
Strontchagrijnig kwam ik aan bij Hilde. Ik had mijn dag niet. Eten ging al een paar dagen niet zoals ik wilde. Ik was het weekend weg geweest en had geen wekelijkse boodschappen gedaan. Dus had ik te weinig tussendoortjes mee en geen lunch. Tussen de middag had ik een tosti gehaald bij Bakker Bart. Dat zinde me eigenlijk niet, maar ik had het wel gedaan. Daarnaast was het koud en nat, noem het guur en wilde ik gewoon lekker warm met een kopje thee en een dekentje op de bank zitten. En dan moest ik ’s avonds ook nog voor de tweede avond op rij repeteren in Groningen. Als ik een afspraak in de sportschool had gehad, was ik niet gegaan.
Uitrazen
Al mopperend kwam ik binnen. Hilde liet me even uitrazen, terwijl ik mijn sportschoenen aantrok. We begonnen rustig aan met de warming-up en een paar oefeningen later was mijn boze bui voorbij. Toch merkte ik dat ik nog in standje sportschool ging. Tijdens de buikspieroefeningen wilde Hilde mij een compliment maken. Ik kan bij een bepaalde oefeningen mijn voeten niet plat op de grond zetten. Dus zit ik in een soort kleermakerszit. Ik onderbrak haar na een halve zin met ‘ja maar er zit wat in de weg bij mij’. Hilde maakte rustig haar zin af. ‘De manier waarop jij het doet is zwaarder.’ Oeps… Ik had met mijn antipathie tegen de sportschool, waar alles voor mijn gevoel altijd meteen goed moest, een aanname gemaakt. Foutje. ‘Bedankt voor het compliment’, lachte ik.
Toneelrepetitie
Na een trainingsuur dat voorbij vloog, fietste ik voldaan naar huis. Ik werkte een kom soep en een paar boterhammen naar binnen en maakte me op voor de toneelrepetitie. De hele avond en twee dagen erna voelde ik mijn benen. Maar mijn humeur was flink opgeknapt.