
Het is de eerste volle week in het nieuwe jaar. Het gewone werkritme is er weer. Ik zit op de redactie en ik merk dat ik gespannen ben. Vanmiddag ga ik voor het eerst sporten met Hilde. Wie had dat gedacht. Ik… een personal trainer. Nooit verwacht dat ik daaraan zou beginnen. Ik ken meer mensen die het doen. Een op een sporten met een trainer. De verhalen die ik van hen heb gehoord stemmen me niet al te positief. Ze moeten altijd meer en altijd een schepje erboven op, is mijn idee. Ik voel het kriebelen in mijn buik als ik eraan denk.
Duiveltje in mijn brein
Om 16.00 uur sta ik bij Hilde op de stoep. Mijn benen voelen loodzwaar aan. Er komt een lichte aanval van hyperventilatie opzetten. ‘Ik vind het spannend’, geef ik toe. In de huiskamer beginnen we met een warming-up. Ondertussen keuvelen we over onze dagelijkse bezigheden. ‘Dit klopt niet’, denkt het duiveltje in mijn brein. ‘Dit is veel te gezellig.’
Beetje pittig
We beginnen de eerste training rustig. Niet meteen erin vliegen is het devies. Sommige oefeningen zijn een beetje pittig. En dat mag best. Maar ik heb niet het gevoel dat ik alles meteen perfect hoef te doen. Tijdens het planken, blijf ik lachen en ik probeer het zo lang mogelijk vol te houden. Blijf maar praten want dan blijf je doorademen. Ik heb het gevoel dat dit makkelijker gaat dan op de sportschool. Het uur vliegt voorbij.
Blije Tranen
Vol energie spring ik op mijn fiets naar huis. Dat is maar vijf kilometer denk ik. Ik besluit de weg langs het kanaal te nemen. Halverwege voel ik tranen opkomen. Ik laat ze gaan. Het zijn blije tranen. Dit is een goed besluit geweest. Ik kan niet wachten tot het weer dinsdag is.