Ik was een meisje van negen, toen ik me voor het eerst realiseerde dat ik niet doorsnee ben. Volgens de meester van de vierde klas was ik dik. Hij sprak me er regelmatig op aan. Ik moest minder eten. Ik was dik en dom en lui. In mijn hoofd bedacht ik daarbij dat ik dan ook wel lelijk moest zijn. Als ik nu naar foto’s van toen kijk, zie ik een heel gewoon meisje… Niet echt dik, misschien een beetje mollig. De dagelijkse kritiek van de meester, maakte dat ik mij niet op mijn gemak voelde op school. Ik ging heel hard mijn best doen, om maar bij hem in een goed blaadje te komen.
Op mijn dertiende ging ik voor het eerst op dieet. Want ik was te dik, vond ik. Ik werd begeleid door de huisarts en die gaf mij goede eettips. Het kwam neer op gezond eten. Wat ik eigenlijk al deed. Ik moest vooral letten op vet. Ik fietste dagelijks 28 kilometer naar school en voetbalde drie keer in de week. Maar ik voldeed niet aan het beeld wat er heerste van hoe een jonge vrouw moest zijn. En toen dacht ik voor het eerst: als ik dun ben, word ik gelukkig.
Op kamers
Op mijn achttiende ging ik studeren. Uit huis! Op kamers! Vrijheid! Zelf mijn potje koken, zelf het huishouden doen en ondertussen nog steeds studeren. Ik vond het lastig en bleek een emo-eter. Ik werd dikker en dikker en als ik in de spiegel keek dacht ik: als ik dun ben, word ik gelukkig.
Ik was 25 en verhuisde terug naar Groningen. Ik voetbalde nog steeds drie keer in de week. Fitnesste er twee keer bij, had een meer dan fulltime baan en ik was nog steeds een emo-eter. Ik probeerde elk dieet uit en ik dacht nog steeds: als ik dun ben, word ik gelukkig.
Ik was 36 en werkte full-time. Probeerde nog steeds elk dieet uit, behalve Sonja Bakker en Cambridge. Ik voetbalde niet meer maar probeerde drie keer per jaar weer een fitnessregime op te starten. Want als ik dun ben, word ik gelukkig. Aan het eind van het jaar viel ik om. Opgebrand. En toen moest ik aan de slag. Want ook al zou ik dun zijn, dat zou nog geen geluk betekenen.
Afhaken
Ik ben 47. Ruim een jaar geleden verhuisde ik naar een fijn huis, met lieve buren in een leuke straat. Ik ben gelukkig, maar nog steeds niet dun. Ik had nog steeds niet de manier van bewegen gevonden die bij me past. Totdat ik me bij een sportclub aan wilde melden en na een training te horen kreeg dat ik eerst maar voor mezelf moest gaan trainen. Want misschien zou ik wel afhaken en dat zou zonde van mijn geld zijn. En toen ging ik nadenken… Dit past niet bij mij. Maar wat dan wel. Ik ben gelukkig. Nog steeds niet dun. Wat wil ik. En zo begon mijn avontuur met Train Heerlijk Thuis.